Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [5]Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden; [6]in de hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, [zeggende:] 5. Dat is, ik houd dit voor zeker, dat de genade en goedertierenheid des Heeren in eeuwigheid bestaan zal als een sterk gebouw, dat een onbewegelijk fondament heeft. 6. Deze woorden zien op de onbewegelijke vastigheid der hemelen en de onveranderlijke geregeldheid der hemelse lichamen, in aanmerking van welke God wil dat wij de vastigheden zijner beloften en de onveranderlijkheid zijner trouw zullen afnemen en ontwijfelijk geloven. Zie onder vs.37,38, en hfdst.119 vs.89.